AMC IC 20160401
1 April.... kikker in je bil... Oooeeeehhh die heeft een baard, zo oud als ie is. Het is wel 1 april vandaag en onze Kai is twee jaar geworden. De Kai die we 19 januari uit het asiel hebben gehaald en de Kai die heel goed weet wat buiten is en dat nog eventjes niet mag. Het is dat Stefan mij aan de verjaardag herinnerde, oef, nog net op tijd voordat ik richting het ziekenhuis fiets een lekkernij neerzetten. Ik ga rond zijn etenstijd weg en het gebeurt de laatste weken al veel te weinig dat ik rond half zes s middags het voerbakje voor hem vul. Nu dubbelop dan maar. Eerst een overheerlijk stokje en direct daarna een extra portie brokjes neerzetten. Net als anders is ie er heel blij mee en heeft nergens anders meer aandacht voor. Net over half zes loop ik het ziekenhuis binnen. Op de fiets heb ik tegen de zon in gereden. De zon die nu steeds vaker tevoorschijn komt en wat is dat heerlijk! De lift naar boven laat zoals gewoonlijk lang op zich wachten en ik kom in gesprek met een meneer die slecht nederlands spreekt. Met handen en voeten begrijpen we elkaar en lachen vooral naar elkaar om het wachten op de lift. Op de etage aangekomen zie ik dat mijn vriendin er niet is. Ze zal uiteraard heerlijk genieten van een vrije dag met veel zon. Ik haal de sleutels en open het kantoor. Mijn eerste bezoekers zijn twee jonge heren die vragen waar een patient ligt, ze zijn door iemand op de gang doorverwezen naar mij. Ik vertel ze dat ik geen gegevens mag opzoeken en verwijs ze naar de verpleegafdeling die achter de liften zijn. Ze lopen mopperend weg en ik begrijp het. Ik vind het net zo vervelend dat ik ze het bos in moet sturen. Nog vervelender vind ik het dat betalend personeel niet weet dat vrijwilligers geen gegevens meer kunnen opzoeken. Hmmmmmmm laat het vallen San, kan je niets aan doen. Ik ga de eerste ronde lopen. Die ronde is best druk. Op alle Units is wat bijzonders, Ik hoef het geen eens te vragen aan de verpleegkundigen. Er zit een gezin met oma op Unit 3 waarvan de opa gaat overlijden. Dat krijg ik in de keuken door een verpleegkundige te horen. De schoondochter had mij al gevraagd voor een kop koffie en al met al is de verpleegkundige ook met de vraag gekomen. Heerlijk toch die verzorging!. Voor de twee jongens haal ik limonade. Als ik het breng is oma ook op de kamer en ik wens ze sterkte. Ik hou ze vanavond in de gaten. Op de tweede ronde een kan aanbieden voor de avond, de zoon en oma overnachten in een familiekamer. In de twee kamers in de grote gang kan ik kannen koffie en thee aanleveren aan grote families. In de kamer richting de uitgang/toegang zit een familie die ik kan voorzien van een kan thee. Even later als ik ze op de gang tref, vraagt een dame om een bord voor de groente die ze gaan eten. Uiteraard is dat ook niet teveel gevraagd. Ik heb het gevoel dat het een drukke dienst gaat worden. Ik verheug me er nu al op. Het is en blijft heerlijk om er voor anderen te zijn en ze met heel simpele dingen te helpen. De tijd gaat toch iets minder snel en het is minder druk dan gedacht. Tja ik mis ook de afleiding van van de gesprekken van iedereen. Het is weer de avond van het negeren, vooral die heel vervelende witte lange jassen, zeker als ze in grote getalen aan komen lopen. Geen blik, geen groet, niks. Ja ze staan voor de deur of ie van zelf open gaat. En ik blijf stoicijns voor me uit staren. Jij negeren, ikke ook negeren en een deur open doen?? Daar hebbie passie voor, zeg ik in mezelf te praten. Leuk hè dat je dat soort dingen herkent en mee om leert gaan. Het bezoekuur gaat beginnen. Het is een minder druk bezoekuur dan ik dacht en toch lopen er verschillende mensen van en naar de afdeling. Ik word op gegeven moment aangesproken door een vrijwilliger van de eerste hulp. Of ik een kop koffie wil brengen naar de wachtkamer op Unit 3. Een patient is opgenomen en zij heeft de familie daar neergezet. Ik bedenk me direct dat de familie die daar zat (de opa die gaat overlijden) in die ruimte zat. Ik besluit ze op te wachten. De familie die er nu zit doet pontifikaal de deur dicht en iedereen weet wat ik met gesloten deuren doe. Voorbij lopen, teruglopen in dit geval. Da's pech. Even later zie ik de vier gezinsleden aan komen lopen en vang ze op. Ik breng ze naar een kamer op dezelfde unit, er staat alleen geen bank. Ze vinden het prima, zijn blij dat ze worden opgevangen en maken graag gebruik van mijn aanbod van koffie. Op mijn ronde die ik voortzet kan ik voor diverse mensen koffie/thee schenken. Ook mensen die ik al een paar weken voorbij zie schuiven. Ze reageren erg enthousiast op mijn aanbod. Enkelen wijze af en dat is ook goed. Ik ga het weekend in. Ik wens iedereen fijn weekend en tot volgende week!