AMC IC 20160318

18-03-2016 18:12

Het is pas vijf voor zes dat ik het kantoor open. Even daarvoor begroet ik Anouschka, ik kon natuurlijk op mijn klompen aanvoelen dat ze dacht dat ik niet zou komen. Het is echt heel laat. Toch stond ik op tijd klaar. Ben om 15.00 uur vertrokken vanuit werk, thuis nog even doorgewerkt. Om 17.00 boterhammetje, jaja ik trakteerde mezelf op brood en wat is dat dan heerlijk. Om half zes de jas aan, en de telefoon gaat. Eerst nog recruiter die vroeg of ik nog op zoek was naar een leuke baan. Mijn antwoord was op die vraag 'die heb ik!' Het tweede telefoontje is eenValid collega die mij feliciteerde met mijn opdracht per afgelopen dinsdag. Zij hoorde het gisteren pas en vond het zo mooi voor me dat ze de aandacht en de tijd nam om mij dat persoonlijk te vertellen. Voor mij natuurlijk niet op een handig moment en toch heb ik zelf ook de tijd ervoor genomen. Ook in dit gesprek merk ik de verandering van mind, gedrag en lijf bij mezelf. Wat kun je opbloeien als je werk hebt, jezelf mag laten zien en jezelf ontwikkelen. Weg met die onzekere San! Wat geen werk hebben (alhoewel gewoon doorbetaald!) met je kan doen. Het was me al duidelijk en na deze ervaring helemaal. Heel overdreven gezegd, ik dans door de gangen van het ziekenhuis. Het tempo is al veel hoger dan vorige week en al die weken / maanden daarvoor. Ik ben zo blij! Dat was ik natuurlijk vorige week ook al en toen maande ik mezelf ook: Nu de dienst vanavond..

Dusssss vijf voor zes open ik het kantoor, zet de paaschocolade en schuimpjes neer, teken mezelf in voor de dienst en lees het overdrachtsboekje. Daarna dit opschrijven en kort Anouschka bijpraten. Ondertussen zijn er diverse liefhebbers blijven staan voor de paastraktaties. Zelfs de artsen (witte jassen) willen graag en vragen nog ook of ze mogen pakken.
Ik heb van Anouschka begrepen dat het rustig is op de afdeling. Ik ga het zien in de eerste ronde koffie/thee / bijzonderheden op de afdeling. De ronde verloopt langer dan verwacht als ik de dame van de voeding eerder hoorde zeggen. Het zegt natuurlijk niks over het bezoek van de patienten ten opzichte van de patienten die mogen eten die zij gaat brengen. Dat weet ik ook wel. Het zijn leuke gesprekken die ik heb met de mensen van de koffie/thee. Een moeder en dochter komt net bij de patient aan en spreken net zijn verpleegkundige. Op afstand kijk ik toe en wacht tot ze klaar zijn voor mijn vraag. Gretig maken ze gebruik van het aangeboden bakkie. Een meneer bij een patient wil gewoon lekker een kopje thee. Op Unit 6 zie ik een jongen vanuit één van de kamers lopen, de moeder is er nog. Aan haar vraag ik wat ze beiden willen drinken. Ik mag voor allebei thee brengen. Dan volgt een kort gesprekje, heerlijk om mensen zo af te leiden / te begeleiden. Op de gang tussen twee units tref ik drie dames. Ik bied aan om in een kamer te zitten, ik begrijp dat ze daar al zitten maar nu wachten op een teken van een arts die hen gaat bijspreken over de toestand van hun tante. Ze maken graag gebruik van koffie/thee. Ik breng het naar de wachtkamer. Wat een dankbaarheid vanavond. Als ik van de afdeling loop, loop ik bijna tegen een ouder echtpaar aan. Zij laten mij een korte beschrijving zien waar zij hun dierbare kunnen bezoeken. Dat is op IC maar ja als ze niet weten welke Unit de patient ligt, houdt het voor mij op. Natuurlijk vraagt de meneer of ik het niet kan opzoeken en dat bevestig ik. Ik kan geen patientengegevens opzoeken. Omdat de deur open staat hoort een jonge meneer in een korte witte jas het korte gesprek en herkent de naam. Hij neem de mensen van mij over. Ik vind het zo jammer dat ik die mensen niet kan helpen en het bos in moet sturen. Goed San, spreek ik mezelf streng toe, het is nou eenmaal bepaald. Je doet er niets aan. 

Nu dat ik flink later ben begonnen lijkt het erop dat de tijd ook veel sneller gaat. Het bezoekuur is begonnen. Ik spreek Costa (schoonmaker) en hij furieus, dat had ik wel verwacht. Hij is door een leidinggevende op de gang tussen twee units in het openbaar aangesproken op zijn werk en het was geen fijn gesprek hoorde ik. Ik laat hem uitraasen, vertel hem dat hij geen energie moet verliezen aan mensen die op deze wijze benaderen. Of hij het heeft begrepen, vanwege de taalbarriere, weet ik niet. Hij bedankt me wel voor het luisteren voordat hij zijn weekend ingaat. Even later staat een echtpaar voor de balie die geen unit weten waar hun patient ligt. Ik moet ze toch weer doorverwijzen naar de eerste unit waar betaald personeel mag opzoeken waar de patient ligt.

De tweede ronde koffie/thee is aangebroken. Het is drukker dan de eerste ronde en iedereen wil graag een bakkie leut. Ook deze keer is de dankbaarheid erg groot van de ontvangers. Ik kan meerdere mensen van koffie/thee voorzien. Ik loop voldaan van de afdeling omdat het bijna tijd is. Bij terugkeer in het kantoor zie in de verte opnieuw ambulance personeel aan komen lopen. Het zijn er erg veel vanavond en tuurlijk altijd andere mensen. Inmiddels wel enkele bekenden. Bij het passeren van de snoep lopen ze terug en zien de schuimpjes. Een geinponum weet te vragen of de schuim nog van kerst zijn. Ik vertel demonstratief dat het nu Pasen wordt en dat schuim daar ook bijhoort. Ze vinden het alledrie tot hun verbazing erg lekker. Dan komt een verpleegkundige ertussen en vraagt in opzettelijk plat amsterdams of het schuim is. Ik vertel hem demonstratief dat het schuim van de kerst is. Mijn quasi boze blik gaat richting die geinponum. We lachen elkaar toe en nemen afscheid, wensen elkaar een fijne dienst en ik word een lieverd genoemd. Mijn avond kan niet meer stuk. Ik ga jullie groeten mensen. Volgende week sla ik een keer over vanwege Goede Vrijdag. De eerste Goede Vrijdag dat ik moet werken, neem ik vrij, ook van het ziekenhuis.

Fijn weekend en tot over twee weken.