AMC IC 20130906

06-09-2013 18:06

Als ik vanmiddag van Utrecht naar huis rijd is het onderweg aan het regenen. Op de ene plek wat meer dan de andere. Het is druk onderweg ondanks dat het toch vrijdagmiddag is. Ik verwacht het niet en zeker niet na de rustige vakantieweken. Het is heel droevig weer, bewolkt en veel water dat naar beneden komt. Hoe dichter ik bij Amsterdam kom, hoe meer de lucht open trekt. Het valt me pas op als ik de grote bocht naar de A9 (Gaasperdammerweg) doorrij. De zon schijnt volop in mn gezicht en ik begin te glimlachen. Ik ben zo meteen thuis in mijn Mokum en het zonnetje gaat schijnen. Ik heb een genietmomentje. Ook onderweg op de fiets heb ik de zon in mn gezicht. Eigenlijk heb ik er een beetje last van. Hij staat laag en zelfs met mn zonnebril om kan ik bijna niet voor me zien. Het is maar eventjes fietsen en het is heerlijk om naar het AMC te gaan. Met zonnebril op loop ik het ziekenhuis in. Het is zoals ik heel goed weet erg warm binnen dus de bril gaat snel af want die begint te irriteren. Ik moet even denken aan vlak voor ik wegging bij mn werk dat een collega belangstellend vroeg naar wat ik als Gastvrouw nu doe. Ik vind het leuk om te praten over wat ik doe. Gek hè zal je denken, hahahaha. Dit opschrijven gaat me ook goed af dus praten lukt ook. Ik vind het ook fijn als er belangstelling voor is. Ach en dan heb je het even 5 a 10 minuten over wat ik in het AMC doe.

Ik haal de sleutels op bij Unit 6 en open het kantoor. Al snel staat er een jongeman voor mn neus. Hij komt van de afdeling lopen en is in de war. Uiteraard vraag ik of ik kan helpen. Hij is op zoek naar de toilet. Ik verwijs naar de IC waar hij net vandaan komt. En ik snap dat mensen er langs lopen. Het staat niet duidelijk aangegeven. Hij wil niet naar de afdeling want hij heeft van mama de opdracht gekregen om iets mee te nemen. Hij gaat naar beneden naar de WC. De logica van de vraag ontgaat me. Ik vind het goed!

Zo heel af en toe komen er bezoekers. Straks begint het bezoekuur dan zal het aantal toenemen.

Melvin komt even buurten. De gomballen staan klaar. Ik vertel hem dat ik alle snoepjes in de koelkast heb gelegd van de week. De snoep ligt in de berging en met de hoge temperaturen blijft er niet veel over van de snoepies. Ik heb de zak met snoep net om half zes uit de koelkast gehaald. Het zou dus kunnen zijn dat ze nog een beetje koud en hard zijn. Melvin maakt het niet uit. Hij is heel snel tevreden met zn bekertje gomballen. Hij pakt er een paar en laat de rest staan voor het eind van de dienst. Ik heb met hem afgesproken dat hij het bekertje dat achter het glas staat gewoon mag pakken.  Het is speciaal voor hem.

Ik ga een ronde lopen. In de wachtkamer op Unit3 zitten twee dames en één heer. We hebben elkaar al gezien bij het binnenkomenop de afdeling. De meneer liep gewoon door zonder groeten. De dames vragen of ze zich moeten aanmelden, hetgeen ik bevestig. De meneer loopt terug, steekt zn hoofd om het hoekie en groet alsnog. Deze drie mensen bied ik koffie/thee aan. De dames moeten thee van meneer nemen. Meneer zelf neemt niets. We maken er nog een grapje over. Hij reageert luchtig. Op de gang bij Unit4 zit een dame op de fauteuils. Zij wil graag van mijn aanbod gebruik maken en kiest voor koffie. Als ik de thee bij de dames en de koffie bij de mevrouw breng krijg ik de dankbare blikken en van mevrouw 'u bent een engel' te horen. Tja ik dacht aan de opmerking van de verpleegkundige twee weken geleden. 'Die hebben we hier ook in dienst'. Glimlachtend loop ik de gang in. Ik weet dat verder op nog een wachtkamer vol zit. Bij de kamer aangekomen stelt een meneer direct een vraag. Ik kan het niet direct verstaan. De mensen zijn hindoestaans geloof ik. Ik vraag het nog een keer en het blijkt te gaan om koffie. Hij geeft direct toe dat ie brutaal is. We maken direct grapjes en voelen ons op ons gemak. Wat een heerlijke mensen. En wat een vooroordeel van mij. Ik zie dames met hoofddoek en grote gewaden. Toch heb ik daar een beeld bij. Dit beeld stel ik direct bij met die leuke gesprek en de leuke grappen. Ik mag koffie voor ze halen. Ook hier loop ik met een glimlach weg en de gedachte dat ik later in de dienst nog eens ga vragen.

Inmiddels loopt Melvin langs. Zijn dienst zit erop. Als ik aanbiedt dat ie de rest van de gomballen meeneemt slaat ie deze keer over. Geen probleem, krijgt ie ze volgende week grap ik. We groeten en wensen elkaar fijn weekend. Ik voeg nog toe dat ik volgende week verse gomballen voor hem haal. Hij kijkt nog een keer om en lacht zn witte tanden bloot.

Er is een momentje van kritiek aangebroken en het gaat weer over de witte jassen. Het valt me al een paar weken op dat het grootste gedeelte van de witte jassen in het AMC (lees; artsen, arts assistenten e.d.) niet groeten als ze langslopen. Ze zijn zelfs zo brutaal dat ze niet groeten en snoep pakken. Zelfs de bezoekers zijn vriendelijker; alhoewel die ook vaak genoeg pal door de deur gaan staan en me aankijken... doe nu eens open. Goed.. dat was het moppermomentje. Nu weer over tot de orde van de dag.

Van verpleegkundigen hoor ik dat het er leuk uit ziet met de snoepjes. De dames die al niet precies wisten welke kant ze de liften konden vinden heb ik verteld hoe ze terug moeten lopen. Als ze terugkomen ligt de één in een scheur want de andere loopt de andere kant rechts op.  We lachen met zn drieeën totdat de dames de afdeling oplopen.

Er komen drie ambulancebroeders van de afdeling lopen.  Ze lopen richting de lift totdat ééntje achterom kijkt, stilstaat en roept 'hoh wacht' enne 'nu kunnen we eindelijk iets terugdoen...' Hij pakt een zak snoep, en biedt me de echte apekoppen van Katja aan. Ik ben vereerd. "eindelijk kunnen we iets terugdoen' vind ik toch wel heel lief van hen. Ik pak er één heel dankbaar aan. We groeten en wensen elkaar fijne dienst. Ik neem nog een hapje van mn apekop.

het is inmiddels bezoekuur en ik heb al diverse mensen binnengelaten. Er staat een jongeman met kindje bij me. Hij gaat op bezoek bij papa. Ik stel mijn bekende vraag 'u weet de weg?' Dan vraagt ie of ik hem niet herken, hij komt hier al elke dag. Heel vriendelijk hoor en lachtend. Ik vertel hem dat ik eens per week 2 uurtjes hier zit en het gek zou zijn als hij mij zou kennen. Nu ja dan zou er een dubbelganger kunnen rondlopen. Dat is toch niet hopen.....!!! Omdat het gesprekje zo leuk gaat, vraag ik of er meer bezoek is en waar ze zitten, of ze een kop koffie/thee willen. Nou graag is het antwoord. Ik beloof dat ik snel mn ronde ga lopen.

De heren ambulance broeder komen terug met een andere patient en degene van wie ik de apekop heb gekregen maakt even een praatje. Ik kan weer vertellen over het hoe en wat van dit vrijwilligerswerk. Wat een leuke mensen kom ik vandaag tegen!

Op de laatste ronde breng ik de hindoestaande familie nog eens koffie. De ene meneer laat me fotoos zien op zijn mobiele telefoon. Het zijn fotoos van de regionale TV zenden. Een familielid is bijna verdronken en ligt op IC. Ik krijg het verhaal te horen. Ik luister. Een heftig verhaal. En toch ben ik blij dat ik het vertrouwen heb van meneer. Om 8 uur loop ik van de kamer weg en sluit af. Best even heftig. De tijd is weer heel snel voorbij gegaan. Ik heb weer genoten! Fijn weekend allemaal!