AMC IC 20130104

04-01-2013 18:33

Nieuw jaar nieuwe kansen. Het is inmiddels 2013. We hebben alle poes pas met de feestdagen gehad en we beginnen weer aan het gewone leven. Ook deze vrijdag loop ik op tijd het AMC binnen. Als ik richting de IC loop zie ik nog steeds geen Anouschka en loop teleurgesteld verder de IC op. Ik haal de sleutel en check of de administratie van de familiekamers juist is bijgewerkt. Ik hoef dan niet de ordner mee te nemen. Ik open het kantoor, zet de snoepjes neer en loop eigenlijk direct weer naar de afdeling om naar de bijzonderheden te vragen. Bij de eerste unit vraag ik naar de beddenlijst. Nou daar hadden de dames nog nooit van gehoord. Ik wacht op een verpleegkundige die een telefoontje behandelt. Al met al loop ik verder naar de volgende unit, in de hoop dat ze me daar wel een beddenlijst kunnen geven. Ik kom Henk tegen. We begroeten elkaar en wensen elkaar gelukkig nieuwjaar. We praten over onze ervaringen van de kerstdagen en spreken af elkaar verder op de avond te treffen. Ik loop de Units af en vraag naar bijzonderheden zonder dat ik de beddenlijst vraag. Op twee wachtkamers tref ik koffie en thee drinkers en dat verzorg ik voor ze.

Ik ga weer op mijn plek in het kantoor zitten. Het is inmiddels al half zeven geweest. Die tijd gaat zo hard als je even bezig bent. Als ik het kantoor open staat er een jonge man voor de balie en deze vraagt naar een patient. Ik wijs hem de weg en laat hem binnen. Even later komt ie weer van de afdeling en vertelt mij in het voorbij gaan dat hij niet bij de patient mag; hij mag om 7 uur terug komen. Hmmm ik verwonder me. Die had ik nog niet eerder gehoord. Als er later een oudere man bij me staat (of hij wilde aanbellen op het tableau) vraag ik of ik hem kan helpen. Hij geeft aan dat hij naar een unit wil gaan. Ik vraag voor de zekerheid of hij dat met de verpleging heeft overlegd dat hij eerder mag komen. Nou ja, dan weet je weer dat je dat niet moet doen. Je krijgt een grote mond. Die meneer wilde wachten, ook al had ik de deur al open gedaan. Hij loop inmiddels nu voor de vierde keer demonstratief langs.

Bij een andere bezoeker krijg ik een wat mildere reaktie. Ik vraag me af wat ik er aan kan doen. Als ik een verpleegkundige de afdeling op zie komen lopen, vraag ik het even. In het algemeen zijn er afspraken tussen de contactpersoon van de familie van de patient en de verpleging. En soms moeten er harde maatregelen genomen worden bij families die maar op en af lopen. Dat kan niet altijd. Die afspraken zou ik dan bij mijn ronde over de afdeling moeten horen. Inmiddels is meneer weer een keer langsgelopen. Ik laat hem binnen, al deed ik dat de vorige keer ook al en wilde hij niet. Goed weer wat geleerd.

En oja waarom die witte jassen gewoon niet aardig zijn: ik hoor in de stille gang van alles om heen. Als er een bed of apparatuur aankomt, probeer ik in de gaten te houden dat ik open doe. Nu komt er van achter mij drie artsen (witte jassen) aan met een groot apparaat. De voorste haalt haar badge uit haar artsenjas en vraagt mij op een dwingende toon: wil je open doen? Tja ik kon het niet laten om zelf het 'alsjeblieft' erachter aan te zeggen en doe open. De andere zijn enthousiast over de snoepjes die er staan. Ik heb geen eens onthouden wat ze hebben gezegd. Ik heb een beetje schaapachtig zitten lachten en was eigenlijk verbouwereerd dat mensen elkaar zo kunnen behandelen. Goed dat hebben we ook weer gehad.

De volgende hordes met witte jassen zijn wel weer aardiger dan de vorige versie. Echt alle kleuren zijn leuk en aardig, groeten enthousiast, glimlachen of beginnen zelfs een kort praatje. Die witten jassen, pfffff neus omhoog en zijn het walhalla. Voelen dat in ieder geval...

Om half acht doe ik nog een ronde koffie/thee. De tijd gaat heel snel. Als ik weer in mn kantoor zit, komt een patient van de hartafdeling bij me staan. We raken aan de praat en dat duurt tot het eind van mn dienst. Tussendoor heb ik tuurlijk de deur nog geopend voor bezoekers. Een mooie afsluiting voor deze avond. De patient ligt er nog wel langer, we spreken af dat als ie er volgende week zondag nog is, hij een praatje komt maken. Henk brengt me naar de fiets. Ik fiets met een grote glimlach naar huis en ik heb geen eens mn doppen met muziek in. Tot de volgende keer....