AMC IC 20121007
Computer weer aangezet, snoepjes in het juist potje gedaan, toch nog even een rondje wachtkamers op de IC. Het is weer zondag en ik ben weer in het ziekenhuis. Op een één of andere manier is het hier vanavond zo vreselijk warm op G3 dat ik er zelf last van heb. En dan die geur van eten. Poeh tis even gedachten op 0 zetten. Ik heb net om half zes mijn loempia opgegeten en deze was net iets vetter dan ik gewoonlijk gewend ben. Mn buik is ook direct aan het protesteren. Ach al die dingen bij elkaar zal wel leiden dat ik meer warmte voel en die geur iets minder kan verdragen. We gaan met de dienst beginnen. Ik ben uiteraard met de fiets. Ik heb op de heenweg bijna met mn ogen dicht gereden. Die zon was zo scherp en zo laag dat het bijna niet ging. Ik natuurlijk net vandaag weer mn zonnebril niet in mn tas gestopt. Wat denk je... oktober en dan zonnebril... Ach ik ben er. Ik loop de afdeling op en kom Anouschka tegen, we groeten elkaar vriendelijk en spreken af dat we later een praatje maken. Ze merkt wel op dat het heel rustig is. Ik pak de map en de sleutels en ga naar het kantoor. Direct daarna loop ik weer de afdeling op richting de wachtkamers voor de check. Ik loop dit keer geen rondje verpleging voor bijzonderheden. Even testen of
het wel nodig is. Als er echt bijzonderheden zijn, hoor ik dat vanzelf.
Als ik dan terug ben, doe ik de lamellen en de ramen open. Zet de potjes snoep op het randje, vul mijn aanwezigheid in en begin met schrijven. Tijdens het schrijven lopen diverse artsen lang met hun blad avondeten. Voor de beleefdheid doe ik de deur voor ze open. Een dame die de vrolijke kleurtjes van de snoepjes opmerkt zegt me dat ze hier niet langs kan lopen. Als bijdehand grapje antwoord ik dat dat wel kan en dat ze er dan één heeft meegenomen. Glimlachend loopt ze verder... We gaan kijken wat we van deze dienst allemaal meemaken.
Anouschka loopt naar de balie met 5 mensen die net van de afdeling zijn gelopen. Ze vraagt mij koffie enthee te regelen. Ik loop met de heren mee want ze vertellen dat ze niet in een wachtkamer zitten maar in een conferentiekamer. tja die ken ik niet dus loop ik mee. De kamer is op Unit 6 en zit vol familie. Ik vraag wat nodig is. Ik bied een kan koffie, thee en water aan. In de kamer staat al genoeg op tafel. Ze zitten er al eventjes. Ik breng de drie kannen en spreek nog af dat ik rond 8 uur nog even kom omte kijken of er bijgevuld kan worden. De heren en dames zittenop een praatstoel en beginnen een gesprekje. Ik vertel dat ik dit werk vrijwillig doe en onbetaalbaar vind. Dat hun geliefde goed verzorgd wordt, dat ik het voor hen ben en de kannen een kleine troost zijn. Ze zijn allemaal heel blij met mijn aanbod. Ik loop de andere wachtkamers af en kom in gesprek met een meneer de wachtkamer in de grote gang. Ik vraag of ie koffie of thee wil. Hij begint direct te praten over zn zoon en hoe hij deze week heeft beleefd. De zoon heeft een brommerongeluk gehad. Is bijna dood geweest, in coma geweest, bijgekomen, kan nu beetje bewegen, praten lukt nog niet. Hij maakt zich zorgen over hoe het verder moet met de jongen. Of ie nog verder herstelt. Ik ga in de kamer zitten om actief aan het gesprek deel te nemen. Een paar minuutjes later haal ik de koffie voor hem en loop weer terug naar mijn kantoor. Het is inmiddels best druk op de afdeling. Als ik terug ben is het bezoekuur al een paar minuten gestart. De mensen gaan af en aan lopen.Inmiddels is de familie die hier al weken rondloopt ook gearriveerd. Ik heb al een bekertje snoep klaar staan. Zij pakt het enthousiast aan. Dan komt de verpleegkundige in het kantoor, ik mag haar niet zo. Ze begint een gesprek over een familiekamer; de familie op Unit 6 de conferentiezaal krijgt ook een familiekamer. Als ze het kantoor uitloopt, kan ze geen keuze maken welk snoepje ze meeneemt. Ik geef het andere bekertje dat ik heb klaarstaan. Ze neemt het dankbaar mee. Anouschka is rond half acht al klaar met haar patienten. We praten nog wat en 10 minuten later ga ik mn ronde lopen. Ik ga naar de familie op Unit 6 en haal vers water, thee en koffie. Ondertussen dat de kan gevuld wordt komt een jonge verpleegkundige een bakkie koffie halen. We maken even een grapje over hoeveel koffie ik nog nodig heb voor de kan. Ik bied aan om de 2 kopjes koffie te brengen. Hij bedankte me ook nog voor de lekkere snoepjes. Tja even nadenken wat ik daarmee kan....
Ik loop verder de wachtkamers af, veel deuren zitten dicht. Ik laat dat. Het is inmiddels tijd; ik ga afsluiten. Een mevrouw uit familiekamer 1 stelt me de vraag tot hoelaat het kantoor open is. Ik antwoord dat ik nu aan het afsluiten ben. Ze gaat nog wat drinken halen. Als ze terugkomt, vraagt ze schone handdoeken. Ik zie Henk aan komen lopen en vraag of hij haar kan helpen. En dat doet ie zonder blikken of blozen. Hij haalt werkelijk een hele grote stapel handdoeken washandjes. Ook vertelt hij wat ze mag doen met de vuile was. Een hele instructie geeft ie aan mevrouw. Met zoveel passie om te helpen. Het is geweldig om te zien. We praten nog even over het nut van het afsluiten van de kamer, het verschil tussen Amsterdam en het dorp waar mevrouw vandaan komt. Ik vind het welletjes. Morgen begint mijn werkweek weer. Ik vind het genoeg. Ik loop de afdeling op om de sleutels weg te brengen. Ik heb de 3 glazen potjes met het overgebleven snoep gevuld. Het overgeblevene neem ik in een bekertje mee voor Unit 6. Ze reageren enthousiast en grijpen direct allemaal in hetzelfde kleine bekertje haha. HEnk loop met me mee en laat me een andere weg uit het ziekenhuis zien, dat ik direct bij de fietsenstalling uitkom. Jaaa allemaal heel makkelijk te vinden. NOu ik weet de weg niet meer terug naar de afdeling te vinden hoor. Volgende keer gewoon via de hoofdingang, dan maar beetje meer lopen. Stom hè. Tot volgende week....